“Dames en Heren,
In de eerste plaats wil ik me richten tot de duizenden werknemers die hun baan dit jaar hebben verloren, hetzij bij Ford Genk, hetzij bij de Waalse metaalindustrie, of elders nog. Ik kan hun bitterheid en de verbijstering in hun gezin begrijpen.
De kerst- en nieuwjaarsdagen geven ons de gelegenheid om samen na te denken over onze houding ten opzichte van de economische moeilijkheden en van het banenverlies.
Net als alle Europese landen wordt België niet gespaard door de crisis die talrijke gezinnen treft, hoewel ons land zich daar beter tegen verzet dan het Europese gemiddelde.
Hoe kunnen wij reageren? …
1. Vooreerst komt het me voor, dat allen die een rol spelen in de Belgische samenleving hun krachten moeten bundelen om een geloofwaardig antwoord te bieden op de uitdagingen van de tewerkstelling. Dat impliceert onder meer, een verbetering van de competitiveit van onze bedrijven, wat de regering zojuist in de hand heeft gewerkt door de lasten van de ondernemingen te verlagen en door de loonmatiging. Een ander middel is de vorming van jongeren aan te moedigen door bij voorbeeld een opleiding waarbij werk en school elkaar afwisselen. Het opwaarderen van het technisch onderwijs zal ook bijdragen om die vorming nog aantrekkelijker te maken. Ik had de gelegenheid enkele technische scholen te bezoeken, en was onder de indruk van de kwaliteit van de opleiding die daar werd verstrekt. Onderzoek, en het toepassen van innovaties bevorderen zijn beproefde middelen om in de toekomst, het scheppen van banen voor te bereiden. Ten slotte kunnen de sociale partners, binnen hun eigen gebied van bevoegdheid, een gewaardeerde rol spelen door samen voorstellen uit te werken ten bate van de werkgelegenheid.
2. Een tweede reactie van de Overheid zal erin bestaan het noodzakelijk kader te creëren voor een economische heropleving. Dat wil zeggen de moed opbrengen om geleidelijk maar ook duurzaam, op alle niveaus, het evenwicht in onze overheidsfinanciën te herstellen. De federale overheden hebben in dat verband belangrijke beslissingen getroffen.
3. Een derde reactie moet, naar mijn gevoel, plaatsvinden op Europees niveau aangezien het onze nationale toestanden beïnvloedt. Hier komt het erop aan, voornamelijk in de landen van de eurozone, om naast het nodige herstel van de begroting, ook een evenwichtige heropleving te ontwikkelen met de steun van de Europese Unie. Onze regering heeft zich in die positieve benadering concreet opgesteld zowel door haar besluiten in België als door haar pleidooien in de Europese Unie. Behalve het economisch beleid zullen wij er ook moeten over waken dat onze jongeren zich meer en meer openstellen voor Europa, met zijn verscheidenheid en zijn rijkdom aan culturen. Op dat vlak verheug ik me over het succes van de Erasmus uitwisselingen voor studenten. Tijdens de inhuldiging van de nieuwe Europese school in Laken was ik ook getroffen door het vreugdevol optreden van kinderen uit het kleuter- het basis- en het middelbaar onderwijs. Zij kwamen uit gans Europa en spraken en zongen in verschillende talen. Voor hen is deelnemen aan de verschillende culturen van ons continent vanzelfsprekend. Zij symboliseren het Europa van morgen.
4. Ten vierde. In deze moeilijke periode mogen we de zwakste onder ons niet vergeten. Het klinkt paradoxaal, maar in een welvarend land als het onze schat men dat 15% van de bevolking tot armoede kan vervallen. Wij moeten ons solidair opstellen en ook vindingrijk zijn, om nieuwe wegen van re-integratie in de arbeidswereld te bedenken. België heeft zich voorgenomen om minstens 380.000 burgers tegen 2020 uit de armoede te halen.
5. Ten vijfde. In de verwarde tijden die we nu meemaken moeten we waakzaam blijven, en de populistische betoogtrant helder doorzien. Altijd zoeken ze naar zondebokken voor de crisis, ofwel zijn het de vreemdelingen ofwel landgenoten uit een ander landsdeel. Zulk betoog komt vandaag vaak voor in talrijke Europese landen, ook bij ons. De crisis van de jaren dertig en de populistische reacties die ze teweegbracht mogen niet worden vergeten. Men heeft gezien welke rampzalige gevolgen dat voor onze democratieën heeft betekend.
6. Ten slotte, en ondanks zoveel ernstige zorgen in onze landen, moeten we open staan voor wat er in de rest van de wereld gebeurt, voornamelijk daar waar wij enige invloed kunnen doen gelden. Zo, ben ik geschokt door de drama’s die de bevolking van Oost-Congo blijft doorstaan en die zoveel geweld en talloze vluchtelingen teweegbrengen, maar ook door het feit dat de onschendbaarheid van het Congolese grondgebied niet wordt geëerbiedigd. Bovendien is de recente moordaanslag op Dokter Mukwege, die het lijden van zoveel vrouwen in die regio verlichte, en in 2010 de Koning Boudewijnprijs ontving, een dramatische illustratie van die tragedie. Al deze ontwikkelingen mogen ons niet onverschillig laten.
Dames en Heren,
De Koningin, ikzelf, en onze familie, wensen u van harte, wat ook uw situatie moge zijn, gelukkige momenten met uw dierbaren, tijdens deze feesten van Kerstmis en van Nieuwjaar.”
Bron: http://www.monarchie.be/nl/homeMonarchie.be – foto: Kerst toespraak ZM Koning Albert II op 24 dec 2012