Opnieuw verschijnt er een open brief waarin Israël wordt veroordeeld voor vermeende oorlogsmisdaden in Gaza. Ondertekend door figuren zoals Veerle Baetens, presenteert de brief zich als een moreel protest, maar in werkelijkheid gaat het om een politieke aanklacht, vermomd als gewetensbezwaar. Want wie hun woorden leest, ziet al snel: deze brief veroordeelt zonder context, nuance en vooral zonder eerlijkheid.
Waar was deze morele stem na 7 oktober, toen Israëlische gezinnen werden afgeslacht, vrouwen systematisch verkracht, kinderen levend verbrand, burgers verminkt en gegijzeld? De Israëlische gijzelaars die nog steeds ondergronds opgesloten zitten in Gaza? Geen woord. Over de terreur van Hamas? Volledige stilte. Over hun openlijke haat tegen Joden, hun gebruik van burgers als menselijk schild, hun strategie om doden te veroorzaken voor media-effect? Helemaal niets.
In hun brief wekken de ondertekenaars de indruk dat Israël herhaaldelijk is veroordeeld voor oorlogsmisdaden en etnische zuivering. Dat is simpelweg onwaar, en dat weten ze. Noch het Internationaal Strafhof (ICC), noch het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft ook maar één definitieve uitspraak gedaan over deze beschuldigingen. Het ICJ heeft voorlopige maatregelen opgelegd, niet als oordeel maar als voorzorg. Het ICC heeft geen veroordeling uitgesproken. Door dit te verzwijgen en toch te suggereren dat het ‘al talloze malen is vastgesteld’, proberen de ondertekenaars het Belgische beleid te beïnvloeden op basis van ideologie in plaats van feiten. Dat is geen mensenrechtenwerk, maar puur politiek theater.
Israël heeft herhaaldelijk de hand uitgestoken naar vrede en met veel van haar vijanden een vredesakkoord gesloten. Wat volgde, waren raketaanvallen, zelfmoordaanslagen en de verkiezing van Hamas, een jihadistische terreurgroep die in haar handvest oproept tot de vernietiging van Israël en de Joden. Hamas gebruikt burgers als schild, plundert hulpgoederen, bouwt wapenarsenalen en tunnels onder ziekenhuizen en scholen en richt zich doelbewust op burgerdoelen. Elk slachtoffer aan Palestijnse zijde wordt voor hen een propaganda-instrument, en open brieven zoals deze spelen daar gewillig op in en laten daarom hun intentie heel duidelijk zien. De doden worden niet betreurd, maar gebruikt.
Je zou verwachten dat er in de brief gevraagd zou worden om druk te zetten op de Belgische regering, zodat Egypte en Qatar worden aangespoord om Hamas te dwingen de gijzelaars en de Palestijnen te bevrijden van haar moordzuchtige visie. Maar dat gebeurt niet.
Deze framing blijft niet zonder gevolgen. Door Israël systematisch te demoniseren, terwijl men zwijgt over het antisemitisme en de terreur van Hamas, wordt de Joodse staat ontmenselijkt. En dat sijpelt door naar universiteiten, waar Joodse studenten worden geïntimideerd, naar straten waar Joden worden bedreigd of hun identiteit moeten verbergen, en naar synagogen, die extra beveiliging nodig hebben. Antisemitisme is geen abstract concept, maar een levend en groeiend probleem, gevoed door dit soort brieven. Wie Israël reductionistisch afschildert als enige dader, draagt bij aan dat klimaat. Het laat blijken dat de ondertekenaars van deze brief willen dat Hamas aan de macht blijft en om de zoveel jaar een oorlog met Israël begint.
Laat het duidelijk zijn: kritiek op Israël is legitiem. De beelden uit dit conflict laten niemand onberoerd. Maar kritiek zonder context, zonder erkenning van Hamas, Hezbollah of Iran als de architecten van deze vreselijke oorlog, is geen gerechtigheid maar morele kortzichtigheid. Wie werkelijk vrede wil, veroordeelt alle gruweldaden en vraagt ten minste om druk en sancties tegen de partij die openlijk in haar charter zegt dat Israël én de Joden van de aardbodem moeten verdwijnen. Alles minder dan dat is geen engagement, maar gemakzucht met een masker. En in dit geval is dat een masker van antisemitisme.
En ja, zo is die rode lijn inderdaad al lang overschreden.