Wat aanvankelijk werd aangekondigd als een vreedzame zes weken durende demonstratie van Palestijnen in Gaza is al meteen op de eerste dag ontaard in een bloedige veldslag met het Israëlische leger. De demonstranten willen op 14 mei a.s. (als Israël de zeventigste verjaardag viert) zo mogelijk met een miljoen mensen de Joodse staat binnen trekken.
Israël had de Palestijnen vooraf gewaarschuwd de bufferzone van enkele honderden meters in acht te nemen. Als ze die zouden negeren en het grenshek zouden vernielen, zou er ultiem met scherp geschoten worden.
Dit mede omdat Israel een niet in te schatten chaos wilde voorkomen bij een invasie van vele tienduizenden Palestijnen.
Al op de eerste dag bleek demonstratie minder vreedzaam dan voorspeld, mede omdat Hamas de meest gewelddadige elementen en zonder enige scrupules zelfs kinderen richting het grenshek dirigeerde. Meer dan de helft van de dodelijke slachtoffers was lid van de gewapende tak van Hamas of andere terroristische organisaties. Dat er doden vielen, komt dan ook geheel voor rekening van Hamas dat bewust uit was op het creëren van martelaren. Elke dode demonstrant levert immers indrukwekkende televisiebeelden op.
Maar achter de beelden in Gaza gaat bepaald een andere werkelijkheid schuil. Hamas maakte op de eerste dag van de demonstratie opnieuw duidelijk dat het de bedoeling is om de ‘zionistische entiteit’ te elimineren. Als dat niet gewapenderhand kan, dienen tienduizenden, zoal niet een miljoen ‘vluchtelingen’ op 14 mei het land binnen te dringen en over te nemen. Een bloedbad van Syrische proporties lijkt dan onvermijdelijk. Het is Israëls plicht dat te voorkomen, ultiem door met scherp te schieten. Ik zie niet in op welke andere wijze Israël zijn burgers kan beschermen, noch ben ik bereid te geloven dat welke andere regering van welke staat dan ook anders zou hebben gehandeld.
De komende weken zullen notoire Israël- haters niet moe worden te benadrukken dat de Palestijnse ‘vluchtelingen’ een onvoorwaardelijk recht op terugkeer naar hun haardsteden en bezittingen hebben. De demonstranten aan de grens voeren spandoeken en borden mee met de cijfers 194. Die cijfers refereren aan de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 11 december 1948 waarin volgens de Palestijnen en sympathisanten hun recht op terugkeer verankerd ligt.
Zeventig jaar lang wordt die leugen inmiddels verspreid. Waarom een leugen? Simpel omdat er in die (niet bindende) resolutie in het geheel geen sprake is van een onvoorwaardelijk recht op terugkeer naar Israël.
Evenmin als dat recht in het verleden ooit in Europa gold voor de miljoenen vluchtelingen ten gevolge van twee wereldoorlogen.
In artikel 194 wordt slechts een enkele alinea gewijd aan ‘vluchtelingen’. Niet expliciet aan ‘Palestijnse’ vluchtelingen, noch wordt Israël vermeld als de staat die ze zou moeten terugnemen. Palestijnen waren niet de enige vluchtelingen. Simultaan aan het ontstaan van Palestijnse vluchtelingen was er immers ook een ware exodus van Joodse vluchtelingen uit de Arabische landen ontstaan.
In paragraaf 11 wordt slechts vermeld dat “vluchtelingen die naar hun huizen terug willen en in vrede met hun buren willen leven dat op de kortst uitvoerbare datum moeten kunnen “. Daarnaast maakt de resolutie gewag van “schadevergoeding die moet worden betaald voor het verlies aan bezittingen aan diegenen die niet willen terugkeren en conform het internationaal recht schadeloos moeten worden gesteld door de regeringen of verantwoordelijke autoriteiten “.
Met name de meervoudvorm (regeringen en autoriteiten) is significant. Het cynische aan resolutie 194, waarop de Palestijnen zich nu beroepen, is immers dat de Arabische staten destijds juist massaal tégen deze resolutie hebben gestemd. Door het voeren van een agressie- oorlog tegen het net opgerichte Israël eerder dat jaar ontstond immers het vluchtelingenprobleem. Daarom rust volgens artikel 194 evenzeer op die Arabische staten een plicht om vluchtelingen op te nemen en te integreren. Evenzeer dienen Joden die uit die staten werden verdreven conform 194 schadeloos te worden gesteld. Dat men zich nu beroept op die resolutie is bijna lachwekkend, ware het niet dat de situatie zo schrijnend is.
Uiteraard dient ook Israël zijn steentje bij te dragen, maar zolang die terugkeer is gekoppeld aan het voornemen de staat Israël en zijn bevolking te vernietigen is er van een vreedzaam naast elkaar leven geen sprake en is dus niet voldaan aan de voorwaarde die artikel 194 voor terugkeer stelt.
Dat alles neemt niet weg dat de Palestijnen al bijna vier generaties in misère verkeren. Dat treurige feit dient nadrukkelijk op het conto te worden geschreven van de Arabische staten en een misdadig Palestijns leiderschap. Een “leiderschap” dat er niet voor terugdeinst uit effectbejag zelfs een zevenjarig meisje richting het grenshek de bufferzone in te jagen.
Hans Knoop is oud- correspondent in Israël voor Nederlandse en Vlaamse media. Hij versloeg o.m. de Zesdaagse Oorlog in 1976 en de Jom Kippur Oorlog in 1973.