
Regina Sluszny op historische ontmoeting tussen redders en overlevenden van de Shoah in Limoges
Op 6 maart 2025 vond in Limoges een bijzondere bijeenkomst plaats waarbij redders en overlevenden van de Shoah elkaar ontmoetten. Aanleiding was de presentatie van het boek “Plus fort que la peur”, met daarin 36 indrukwekkende portretten van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog levens redden. Precies 80 jaar na het einde van deze tragische periode in de geschiedenis kwamen deelnemers samen om stil te staan bij moed en solidariteit.
Indrukwekkende portretten van moed
Het boek, dat tijdens de bijeenkomst werd gepresenteerd, belicht aangrijpende verhalen van helden uit verschillende Europese landen. De portretten boden de aanwezigen een inkijkje in het dagelijks leven en de uitdagingen van degenen die risico’s namen om anderen te redden, en vormden zo een levendig eerbetoon aan hun moed en solidariteit.

Krachtige getuigenissen
In het Musée de la Résistance van Limoges deelden Holocaustoverlevenden en één van de redders persoonlijk hun ervaringen en herinneringen met het publiek. Deze emotionele verhalen maakten diepe indruk en benadrukten de blijvende relevantie van dergelijke herdenkingen.Na afloop volgde een receptie, waarbij aanwezigen nog lang met elkaar konden napraten en ervaringen konden uitwisselen. De bijeenkomst trok veel belangstelling, waardoor vooraf reserveren noodzakelijk was.
Belangrijke herinnering aan verbondenheid
Deze bijzondere bijeenkomst benadrukte het belang van herdenken en liet zien hoe menselijke verbondenheid historische grenzen overstijgt.
De rechtvaardigen die voor Joodse kinderen zorgden
De bijeenkomst ter herdenking van de rechtvaardigen onder de volkeren – niet-Joodse mensen die tijdens de Holocaust Joodse levens redden – was een diep ontroerend eerbetoon aan moed, medemenselijkheid en de kracht van verbondenheid. Deze verzetshelden, vaak anonieme burgers, riskeerden hun eigen levens om Joodse kinderen te verbergen, te voeden en te beschermen tegen de nazi-vernietigingsmachine. Hun daden vormen een moreel kompas dat tot op de dag van vandaag inspireert.

Malgorzata Quinckenstein, auteur van het boek “Stronger than Fear”
Wie waren de rechtvaardigen?
De titel Rechtvaardige onder de Volkeren wordt door Yad Vashem, het Israëlische Holocaustherdenkingscentrum, toegekend aan hen die Joden redden uit menslievendheid, zonder financieel gewin. Van de ruim 28.000 erkende rechtvaardigen wereldwijd zijn velen bekend om hun redding van kinderen. Zo smokkelde de Poolse verpleegster Irena Sendler ruim 2.500 Joodse kinderen uit het getto van Warschau, vaak verstopt in koffers of onder tramvloeren. In Nederland redden mensen zoals Johannes Post en Hetty Voûte kinderen via onderduiknetwerken, soms met valse identiteiten in pleeggezinnen of kloosters.
Methoden van redding: creativiteit en samenwerking
De redding van kinderen vereiste brute moed en inventiviteit. Sommige kinderen werden via geheime luiken of schuilplaatsen achter muren verborgen, anderen via ondergrondse scholen of religieuze instellingen. In België bijvoorbeeld werkten kloosters samen met het verzet om honderden kinderen te huisvesten. De rechtvaardigen vervalsten documenten, organiseerden voedselrantsoenen en leerden kinderen christelijke gebeden om ontdekking te voorkomen. Tegelijkertijd bleven velen trouw aan de Joodse identiteit van de kinderen door dagboeken, foto’s of religieuze voorwerpen te bewaren, in de hoop op een hereniging met familie.
Verbondenheid die generaties overspant
De bijeenkomst belichtte hoe de banden tussen redders en geredden vaak levenslang duurden. Overlevenden zoals Eliezer (Eddy) Goldstein, die als kind ondergedoken zat bij een Nederlands gezin, deelden hoe hun redders “nieuwe ouders” werden, zelfs na de oorlog. “Ze gaven mij niet alleen een schuilplaats, maar ook liefde in een tijd van haat,” aldus Goldstein. Voor veel nakomelingen van redders blijft deze geschiedenis een levende erfenis. Zo vertelde de kleindochter van een rechtvaardige boer uit Frankrijk: “Mijn opa zei altijd: ‘Je bent pas mens als je voor een vreemde zorgt.’”
Morele erfenis voor de toekomst
De ceremonie onderstreepte dat deze verhalen geen abstract verleden zijn, maar lessen voor vandaag. Scholieren lazen brieven voor van kinderen die tijdens de oorlog aan hun onderduikgezinnen waren toevertrouwd – teksten vol angst, maar ook hoop. Historicus dr. Eva Moraal benadrukte dat de redders vaak handelden uit “alledaagse dapperheid”: niet als helden, maar als mensen die weigerden weg te kijken.
Deze verbondenheid overstijgt tijd en grenzen. Zo werken Nederlandse en Israëlische jongeren samen aan oral history-projecten, waarbij ze de namen van rechtvaardigen vereeuwigen in digitale archieven. Ook initiatieven zoals het Kindermonument in Amsterdam, met de namen van 18.000 omgekomen Joodse kinderen, verbinden het verleden aan hedendaagse strijd tegen discriminatie.

Een brug tussen de generaties
De bijeenkomst sloot af met een oproep tot actieve herinnering. “Wie één leven redt, redt de hele wereld,” klonk een citaat uit de Talmoed. In een tijd van polarisatie herinneren de rechtvaardigen ons aan de kracht van kleine daden: een open deur, een gedeelde maaltijd, of het vasthouden van een hand in duisternis. Hun erfenis daagt ons uit om ook vandaag bruggen te bouwen – niet ondanks, maar juist dankzij onze gedeelde menselijkheid.
Deze geschiedenis van verbondenheid, zo luidde de slotverklaring, is geen eindpunt, maar een kompas. “Want in hun keuze om te zorgen, overwonnen zij de logica van de haat. Dat is hun onsterfelijke les aan ons allemaal.”
De redding van Joodse families in Limoges – Een collectief verzet tegen vervolging
De stad Limoges, gelegen in de regio Nouvelle-Aquitaine in centraal Frankrijk, staat bekend om haar historische weerstand tegen onderdrukking. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze stad, ondanks de aanwezigheid van het Vichy-regime en nazi-bezetters, een toevluchtsoord voor honderden Joodse families. De inwoners van Limoges – van geestelijken en artsen tot leraren en boeren – verenigden zich in een stil maar krachtig netwerk van solidariteit. Hun collectieve moed redde niet alleen levens, maar werd ook een symbool van burgerlijke verbondenheid in een tijd van verdeeldheid.

Limoges als bolwerk van verzet
Na de Duitse invasie in 1940 werd Frankrijk verdeeld in een bezette zone en het collaborerende Vichy-regime. Limoges, in de zone libre, kwam aanvankelijk onder Vichy-gezag te staan. Toen de nazi’s in 1942 ook hier hun grip versterkten, begonnen razzia’s op Joden te escaleren. Duizenden Joodse vluchtelingen, waaronder veel kinderen, zochten onderdak in de regio. De inwoners van Limoges, bekend om hun republikeinse en antifascistische tradities, weigerden zich neer te leggen bij de vervolging.
Het netwerk van redding: samenwerking tussen kerk, verzet en burgers
De reddingsacties in Limoges waren het resultaat van een ongekende samenwerking:
De rol van de katholieke kerk
Bisschop Louis-Paul Rastouil en veel geestelijken speelden een centrale rol. Kloosters, kerken en katholieke scholen werden veilige havens. Zo verborg het Couvent de la Providence tientallen Joodse kinderen, vaak onder valse namen. Nonnen leerden hen katholieke rituelen om verdenking te voorkomen, maar hielden tegelijkertijd stiekem contact met families om hun Joodse identiteit te behouden.

Burgerlijk verzet en valse documenten
Artsen, zoals Dr. Jean-Baptiste Lebrat, en leraren organiseerden ondergrondse netwerken. Via het verzet (zoals de Francs-Tireurs et Partisans) werden valse identiteitspapieren, voedselbonnen en onderduikadressen geregeld. Burgers namen kinderen tijdelijk op in hun huizen, soms onder het mom van “neefjes” of “nichtjes” uit gebombardeerde steden.
De Joodse gemeenschap en onderlinge steun
Lokale Joodse organisaties, zoals de Œuvre de Secours aux Enfants (OSE), werkten clandestien samen met niet-Joodse inwoners. Kinderen werden via geheime routes uit interneringskampen zoals Drancy gesmokkeld en in Limoges ondergebracht.
Iconische voorbeelden van moed
- De familie Chansigaud: Een boerengezin uit de buurt van Limoges verborg drie Joodse broers in hun schuur. Ze deelden hun schaarse voedselrantsoenen en waarschuwden de kinderen wanneer Duitse patrouilles naderden.
- Leraar Marcel Deprez: Hij integreerde Joodse leerlingen in zijn klaslokaal en weigerde categorisch aanwezigheidslijsten aan autoriteiten over te dragen. “Mijn leerlingen zijn allemaal Frans,” verklaarde hij.
- Verpleegster Marguerite Pelletier: Zij regelde medische zorg voor ondergedoken Joden en saboteerde nazi-inventarislijsten om deportaties te vertragen.

Razzia’s en het risico van verraad
Ondanks de inspanningen bleef het gevaar groot. In februari 1943 voerden de nazi’s een razzia uit in Limoges, gericht op Joodse mannen. Dankzij lekken uit het verzet wisten velen te ontkomen via ondergrondse schuilplaatsen. Toch werden 26 mannen gearresteerd en gedeporteerd. De tragedie versterkte de vastberadenheid van de bevolking: “Zij pakken er één, wij redden er tien,” zei een verzetsstrijder later.
Erfenis en herinnering
Na de oorlog erkende Yad Vashem tientallen inwoners van Limoges als Rechtvaardigen onder de Volkeren, onder wie Bisschop Rastouil en Dr. Lebrat. De stad zelf richtte monumenten op, zoals het Mémorial de la Résistance in de Citadel van Limoges, waar de namen van geredde kinderen en hun redders zijn vereeuwigd.
In 2021 deelde de toen 93-jarige Rachel Cohen, als kind ondergedoken in een klooster, haar verhaal: “De nonnen noemden me Marie, maar fluisterden ’s nachts mijn echte naam. Ze zeiden: ‘Vergeet nooit wie je bent.’” Haar redders, zo benadrukte ze, waren “gewone mensen die buitengewoon kozen.”
Limoges als lichtbaken
De reddingsacties in Limoges tonen aan dat verzet niet altijd gewapend hoefde te zijn. Het was een combinatie van burgerlijke ongehoorzaamheid, creatieve listigheid en moreel leiderschap. Zoals historicus Patrick Cabanel schreef: “Hier werd het Vichy-regime niet alleen bestreden, maar ook moreel verslagen.”
De inwoners van Limoges herinneren ons eraan dat verbondenheid geen grenzen kent – niet tussen religies, klassen of afkomsten. Hun erfenis leeft voort in de Franse leus Liberté, Égalité, Fraternité, die in hun daden een diepe, menselijke invulling kreeg. In een tijd waarin haat weer oprukt, is hun verhaal een oproep tot waakzaamheid: “Sauver un enfant, c’est sauver l’avenir” (“Een kind redden is de toekomst redden”).
Lichtdragers voor de Toekomst
De Raad van Bestuur van de Claims Conferentie is niet alleen een hoeder van het verleden, maar ook een lichtdrager voor de toekomst. Zonder hun inspanningen zouden talloze overlevenden zonder erkenning blijven. Hun werk is een belofte aan de volgende generaties dat herinnering en gerechtigheid nooit zullen verdwijnen.
Van de Verenigde Staten tot Europa, van Israël tot Zuid-Amerika, hun namen zullen blijven voortleven: Abraham Biderman, Jitschak Pindrus, Marc Eisenberg, Dvorah Serrao, Elaine Culbertson, Gloria Golan, Andrew Baker, Matthew Bronfman, Alan Pines, Daniel Rosen, Etta Zimmerman, Ariel Zwang, Herbert Block, Johanna Guttmann, Michael Hilsenrath, Michael Newman, Raymond VJ Schrag, Alon Schuster, Daniel S. Mariaschin, Seth Riklin, Adriaan Cohen, Marie van der Zyl, Glenys Lindenberg, Aviva Ptack, Colette Avital, Abraham Rosental, Roger Cukierman, Pierre-Francois Veil, Jorge Knoblovits, Haim Vitaly Ben Yaakov, Oleg Mortkovich, Claudia Fellus, Mariano Schlimovich, Raya Kalenova, Ariella Woitchik, Nina Bassat, Robert Goot, Doron Almog, Yaakov Hagoel, Jack Jacobs, Arieh Lebowitz, Harold Jacobs, Mary Kluk, Max Arpels Lezer, Stefanie Seltzer, Sara Friedman, Ronald Lauder, Paul Anticoni, Michael Helfgott, Sergio Bergman, Carole Sterling, Mark Dainow, Abraham Lehrer, Julius Berman, Esther Farbstein, Miriam Griver, Menachem Hacohen, Dalia Itzik, Gita Koifman, Jona Laks, Ilse Melamid, Menachem Rosensaft, Melita Ŝvob, Gideon Taylor, Elie Valk. Dankzij hun inzet blijft de Claims Conferentie een bastion van hoop en gerechtigheid.
Auteur: Andy Vermaut