Het Forum der Joodse Organisaties wenst Gouverneur Cathy Berx en Mevrouw Mia Doornaert hartelijk te bedanken voor hun krachtige toespraken tijdens de vreedzame Samenkomst in Antwerpen zondag 3 december.
Hierbij delen wij de geschreven tekst van de toespraak van Mia Doornaert.  (Alleen het gesproken woord telt)

 

“Dames en Heren,

Gouverneur Cathy Berckx heeft mij, op mijn verzoek, op voorhand haar tekst gestuurd, om te vermijden dat ik haar zou herhalen. Ik wil dus beginnen met te zeggen dat dat ik volmondig, honderd procent, achter de eis sta dat dat alle Israëlische gijzelaars worden vrijgelaten. Ik hoef haar welsprekend betoog niet te herhalen. Daarom heb ik het op een wat filosofischer niveau over de angstwekkend wijze waarop het antisemitisme weer de kop opsteekt.

Ik moet deze dagen denken aan een reportage die ik lang geleden zag op ZDF, Zweites Deutsches Fernsehen, over het kabaretleven in Berlijn in de jaren 1930. Onvermijdelijk kwam de vlijmscherpe satiricus Kurt Tucholsky erin voor. Er waren beelden van een voorstelling. Daarin zong een deftige heer, op het air van ‘l’Amour est enfant de bohême’, uit de Carmen van Bizet, ‘An allem sind die Juden Schuld, die Juden sind ja sind an allem Schuld’. Vraagt een kind: ‘Wieso warum sinds ie daran Schuld?’ Antwoord: ‘Kind das verstehst du nicht, sie sind daran Schuld’.

Dat is de sfeer weer vandaag. Al het geweld tussen Israël en Hamas is de schuld van Israël. Ja, ook 7 oktober. Die dag zelf, nog voor Israël riposteerde, was er al de teneur van, ja het is heel erg, maar… Onderverstaan, wat Joden overkomt hebben ze toch altijd ergens zelf gezocht. Het is het oude, eeuwige refrein van het antisemitisme, dat zich vandaag vaak vermomt als antizionisme.

Een walgelijke manifestatie in de westerse wereld was de reactie van 31 studentenverenigingen aan de prestigieuze Harvard universiteit, een extreem voorbeeld van victim blaming.

Tenminste twaalfhonderd mannen, vrouwen, jonge mensen op een muziekfestival, kinderen, baby’s, werden gruwelijk mishandeld, vermoord, vrouwenlichamen werden onteerd en bespuwd. Gijzelaars werden door de straten van Gaza geparadeerd en vernederd. Maar de reactie van die toekomstige Amerikaanse elite was dat Israël dat alles ‘geheel aan zichzelf’ te danken had.

Niet iedereen ging zover. Maar het is beangstigend hoe snel 7 oktober vergeten werd door mensen die toch beter zouden moeten weten. Ik heb zelf in mijn column in De Standaard gereageerd op een verbijsterende anti-joodse uitval van de bisschop van Antwerpen. Hij impliceerde dat alleen Israël een oplossing met twee staten onmogelijk had gemaakt. ‘Tot een voorspelbare ontploffing het ideale alibi zou opleveren.’ Kortom, de pogrom was de schuld van Israël, dat dan een alibi had om kinderen te gaan doden in Gaza, om een soort Endlösung in te zetten. Dat gaat niet alleen de Joden aan, maar ook de katholiek die ik ben. Ik wil er blijvend kunnen op vertrouwen dat mijn Kerk, sinds het concilie dat Vaticaan II genoemd wordt, de sombere bladzijden van het antisemitisme radicaal, definitief omgeslagen heeft.

Ook de rector van de universiteit van Antwerpen vergat snel 7 oktober. Hij legde in De Standaard (22 november) uit waarom het niet de taak van zijn universiteit is om een standpunt in te nemen over het Gaza-conflict. Maar collega’s en studenten hadden opgemerkt dat de Vlaamse universiteiten wél hadden gereageerd toen Rusland Oekraïne aanviel, schreef hij. Daar moest de heer Van Goethem over nadenken. Zijn conclusie: ‘Als het onderscheid tussen Oekraïne en Gaza onterecht zou zijn, dan zal ik concluderen dat ‘actie Oekraïne’ te weinig doordacht was – en niet dat we nu wél als instelling moeten reageren.’ In godsnaam, het evidente onderscheid was dat Oekraïne géén 7 oktober had gepleegd, géén moordpartij in Rusland uitgevoerd, dat het land het slachtoffer werd van een brutale invasie. Als een rector dat onderscheid niet ziet, vind ik dat zeer bedenkelijk. Ik heb het uitgerekend. Als men de ergste moordpartij op Joden sinds de shoah proportioneel naar het bevolkingsaantal omzet van Rusland, dan zou Oekraïne daar zowat 250.000 mensen moeten afgeslacht hebben. Wat uiteraard niet gebeurde.

Het is beangstigend hoe selectief de verontwaardiging is in de westerse culturele en academische elite. De recente onverschilligheid over de verjaging van de Armeniërs uit Nagorno Karabach is stuitend. Dat geldt ook voor de ‘humanitaire ramp’, een term van de Verenigde Naties, van de Saoedische oorlog in Jemen. Volgens The Economist zijn in Sudan, waar nu al 7 miljoen mensen op de vlucht zijn, alleen al in de laatste weken duizenden mensen vermoord. Al die slachtoffers lijken niet mee te tellen.

Eens te meer blijkt hoe actueel, hoe schrikwekkend actueel Raymond Aron blijft, van wie gisteren de veertigste verjaardag van zijn dood werd herdacht. Luister naar wat hij schrijft in ‘L’Opium des intellectuels’, over ‘ les belles âmes’:

‘Impitoyables aux défaillances des démocraties mais indulgentes aux plus grands crimes, pourvu qu’ils soient commis au nom des bonnes doctrines’. Ja, ongenadig voor de tekortkomingen van democratieën, maar lankmoedig voor de ergste misdaden, op voorwaarde dat ze begaan worden in naam van de juiste doctrines.

Die nobele zielen bleven verweesd achter na de val van de Sovjet-Unie en het communisme. Maar ze hebben een nieuwe, totalitaire ‘juiste doctrine’ gevonden, het ‘dekolonialisme’. Hun wereld is ingedeeld in blanken, die ongeneeslijk racist en kolonialistisch zijn, en mensen van kleur, allemaal onschuldige slachtoffers. En kijk eens aan, de Joden, en dus Israël, behoren ineens tot de blanken. En de Palestijnen vormen ‘de laatste kolonie’. Arons ‘belles âmes’, die ik eerder bloedende harten of nuttige idioten zou noemen, hebben een nieuwe seculiere religie, een strijdpaard, een vaandel.

Hun simplisme, hun sectarisme, hun kwade trouw laat geen ruimte voor debat, voor historische context. En helaas, hun ideologische anti-Israëlische veldtocht valt in de nog altijd vruchtbare bodem van jodenhaat. Die was al verhevigd door de moslimimmigratie, en wordt nu verder versterkt.

Het is ondraaglijk dat in onze landen Joden weer voorzichtig langs de muren moeten schuren, uit vrees voor scheldpartijen en geweld. Het is alarmerend hoe weinig politici, of schooldirecties, frontaal tegen die openlijke Jodenhaat durven ingaan. Het is angstwekkend hoeveel jodenhaat circuleert op Tiktok en tieners inpalmt. De brief van Osama bin Laden aan Amerika is er voorwaar een hit geworden.

Ik wil hier ten aanzien van alle vredesapostels eraan herinneren dat Hamas zelf zegt dat vrede noch de ¬levenskwaliteit van de bewoners van Gaza zijn streefdoel is, wel de vernietiging van de Joodse staat. Dat de Arabische Liga nog nooit het bestaansrecht van Israël erkend heeft. De alliantie van westerse culturele elites met alle mogelijke dictaturen is stuitend. Israël wordt de zondebok, het mikpunt van alle mogelijke beschuldigingen over misdaden tegen de mensheid. Intussen kunnen die dictaturen rustig blijven moorden en martelen, hun bevolkingen onderdrukken, hun landen uitbuiten. De Palestijnse zaak komt ze goed uit als bliksemafleider. Van de Palestijnen trekken ze zich niets aan.

Omdat Israël een democratie is, en gelooft in universele waarden, heeft het wel degelijk een moreel dilemma in Gaza waar zijn vijand zich achter burgers en ziekenhuizen verschuilt, en dus Israël als het ware dwingt burgerdoden te maken.

Over dat moreel dilemma werd ik getroffen door de opmerkelijke 11 novemberlezing van de grote schrijver Stefan Hertmans, ‘Een ontwapenende samenleving?’ (DS 10 november). ‘In een gewapend conflict’, schrijft hij onder meer, ‘noopt ons rechtvaardigheidsgevoel ons bijna om een kant te kiezen: niet die van de agressor, maar van de belaagde’. De belaagde in casu, dat is Oekraïne dat door Rusland brutaal is aangevallen, dat is Israël met de pogrom van 7 oktober. Maar het probleem met die rechtvaardigheid is, zo stelt Hertmans vast, ‘dat ze de aangevallenen verplicht tot dezelfde wreedheid als de aanvallers, willen ze overleven’. Ja: als willen ze overleven.

Juist dat dilemma werd aangrijpend uitgedrukt door wijlen premier Golda Meir van Israël. ‘Wanneer er vrede is, zullen we misschien mettertijd de Arabieren kunnen vergeven dat ze onze zonen doodden, maar het zal ons harder vallen hen te vergeven dat ze ons dwongen om hún zonen te doden. Er zal vrede komen wanneer de Arabieren meer van hun kinderen houden dan ze ons haten.’

Die tijd is nog niet aangebroken. Israël, en Joodse gemeenschappen overal ter wereld beleven moeilijke dagen. Maar dat geldt ook voor niet-Joodse burgers, zoals mijzelf, die het bestaansrecht van Israël erkennen en verdedigen, die het antisemitisme haten, en die weten dat daar waar Joden bedreigd worden ook de democratie in gevaar is. Om al die redenen vond ik het nodig vandaag hier te staan.

Ik dank u.”

Mia Doornaert
Writer, newspaper columnist

PDF versie hier downloaden