Publiceer of toon beelden van carnavalswagens met Joodse karikaturen liever niet. Dat is de opmerkelijke oproep aan de media van drie proffen gespecialiseerd in antisemitisme in een opiniestuk in deze krant.

De Morgen – Pieter Gordts – 18 februari 2020

Een kleine week voor in Aalst de jaarlijkse carnavalstoet uitgaat, loopt de spanning op rond het volksfeest. Internationale media hebben hun komst aangekondigd naar de Oost-Vlaamse stad. Ook vanuit Israël komt een delegatie afgezakt.

Steen des aanstoots: het afbeelden van Joodse stereotypes. Een praalwagen met grote poppen met Joodse karikaturen, met onder meer de stereotiepe haakneus, leidde vorig jaar tot veel commotie. De karikaturen gaan terug op een lange antisemitische traditie, zo voerde de Joodse gemeenschap aan. De Unesco, cultuurorgaan van de VN, dreigde met sancties en uiteindelijk liet Aalst zichzelf schrappen van de lijst met immaterieel erfgoed.

Van de weeromstuit laten Aalsterse carnavalsverenigingen evenwel verstaan dat er komende zondag juist nog meer Joodse karikaturen te zien zullen zijn, als principiële verdediging van de vrije meningsuiting. Vandaar de aanzwellende belangstelling.

Enkele onderzoekers gespecialiseerd in antisemitisme wijzen nu op de mogelijke gevaren van zulke karikaturen. “Als onderzoekers over antisemitisme aan onze Vlaamse universiteiten moeten wij erop wijzen dat de in Aalst getoonde karikaturen (…) in het verleden hun gevaarlijk karakter hebben bewezen”, schrijven de professoren Vivian Liska (UAntwerpen), Didier Pollefeyt (KU Leuven) en Klaas Smelik (UGent) in een opiniestuk. Het trio spreekt met gezag: Liska is hoofd van het Instituut Joodse Studies, Pollefeyt is professor theologie en hoofd van het Centrum voor Vredesethiek en Smelik is ereprofessor Hebreeuws Jodendom.

De drie proffen roepen de nationale en internationale pers op om de beelden niet meer te gebruiken of toch op zijn minst te voorzien van de juiste historische duiding. “Die antisemitische beelden zijn wereldwijd verspreid via pers en sociale media”, zegt Smelik. “Zo geraken ze steeds meer verankerd in de voorstellingswereld van mensen, al dan niet zonder commentaar.”

Op de spits drijven
Een oproep tot censuur? Pollefeyt ontkent: “Zoiets verbieden heeft weinig zin. Maar het is niet evident om deze beelden te gebruiken. Ze resoneren eeuwenoude karikaturen en ja, die zijn antisemitisch, in welke context je die ook plaatst.”

Die beelden zijn dus niet onschuldig en leiden tot meer anti-Joodse gevoelens. Dat mechanisme proberen de drie proffen te duiden. “De ene karikatuur creëert de andere”, zegt Pollefeyt. “De Jood werd altijd gezien als de andere, waarop alles wat we niet begrepen werd geprojecteerd. Zo kregen de Joden de schuld van de economische crisis in de middeleeuwen. De enige reden dat zij toen als bankier optraden, was echter omdat christenen volgens de Bijbel geen geld mochten verlenen tegen rente en Joden zelf uitgesloten werden van gilden of landbezit. Maar plots wordt die crisis gelinkt aan Judas die Christus verraadde voor zilverlingen en vandaag wordt dat gelinkt aan Joden in de diamantenwereld. Wanneer een carnavalsgroep de karikatuur van de geldkoffer gebruikt, dan resoneert dat zoveel historische lagen.”

“Het klopt dat de berichtgeving niet altijd even zorgvuldig is gebeurd, en dat valt te betreuren”, reageert Aalsters burgemeester Christophe D’Haese (N-VA). Hij vindt echter wel dat de karikaturen binnen de context van carnaval gebruikt kunnen worden. D’Haese betreurt de polarisatie. “Wij zijn absoluut geen antisemieten en willen met carnaval net een verbindende rol spelen.”

Precies daarom vinden de professoren het jammer dat de carnavalisten zelf de kwestie nog meer op de spits zeggen te willen drijven. “Aangekondigd is dat ze er dit jaar nog een schepje bovenop willen doen”, zegt Smelik. “Dan zou de boel helemaal ontaarden.”

Bron: