“Fotorolletje werd in 1944 uit Auschwitz gesmokkeld: deze beelden over de Holocaust snijden rechtstreeks in de ziel”
HLN – Arno Haijtema – 25 januari 2019 – Bron: de Volkskrant
Al in 1944 werd een rolletje met foto-opnamen in een tube tandpasta uit Auschwitz gesmokkeld, maar pas nu wordt duidelijk wat de historische en emotionele betekenis van deze beelden is. Ze zijn te zien in het boek en de tentoonstelling De Jodenvervolging in foto’s, Nederland 1940-1945 van René Kok en Erik Somers, waarin voor het eerst de massamoord op de Joden in de Tweede Wereldoorlog vanuit de fotografie is belicht.
Hoe kan het dat het duidelijkste fotografische bewijs van de Holocaust bij het grote publiek niet bekend is? Het is de prangende vraag die opkomt bij het aanschouwen van enkele foto’s die in het diepste geheim in vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau zijn gemaakt en die nu worden gepubliceerd in het boek De Jodenvervolging in foto’s, Nederland 1940-1945. Het boek van de historici René Kok en Erik Somers (werkzaam voor NIOD, het instituut voor oorlogsdocumentatie en Holocaust-studies) vertelt voor het eerst vanuit fotografie de geschiedenis van de massamoord op de Joden in de Tweede Wereldoorlog. Tot dusverre is in boeken over de Jodenvervolging fotografie voornamelijk als ondersteunende illustraties gebruikt, maar niet als zelfstandige bron van informatie.
De vier foto’s uit 1944 die uit de hel van Auschwitz zijn weggesleept, kennen een dramatische geschiedenis. Ze werden gemaakt door een Griekse gevangene, Alberto Errera, die gedwongen was te werken in een Sonderkommando dat werd ingezet in en bij de gaskamers. Mogelijk heeft hij de camera waarmee hij de foto’s maakte aangetroffen in de bagage van een pas gearriveerde gevangene. Errera maakte twee opnamen van achter een opening van een barak, waarop crematies te zien zijn in de open lucht. De crematieovens konden de toestroom van doden niet meer aan. De andere foto’s zijn gemaakt vanuit de heup om niet te worden opgemerkt. Op een foto zijn slechts een paar boomtoppen te zien. Op de andere, in de hoek van de schots en scheve foto met bomen, is een groep ontklede vrouwen te zien, in de buitenlucht wachtend tot zij naar de gaskamer gaan.
Het filmpje met de opnamen werd in een tube tandpasta uit het concentratiekamp gesmokkeld. De aanvankelijke opzet – de geallieerden tot actie dwingen door hen duidelijk te maken wat er in Auschwitz plaatsvond – lukte niet. Pas na de oorlog zijn de beelden, bijgesneden en geretoucheerd, in omloop gebracht. De negatieven raakten zoek. Pas in 1985, toen de originele afdrukken werden overgedragen aan het Auschwitz Museum, werd duidelijk hoe de oorspronkelijke opnamen waren. Errera overleefde Auschwitz niet. Hij werd gedood toen hij een SS-officier had geslagen.
Met hedendaagse blik valt vooral op hoeveel dreiging en angstige emotie Errera’s foto’s in zich dragen, mede door en dankzij hun onvolkomenheden. Kort na de Tweede Wereldoorlog werden die kwaliteiten volgens Somers niet of minder onderkend, reden dat andere foto’s van de Holocaust een plaats hebben ingenomen in het collectieve bewustzijn. Zoals van razzia’s in Amsterdam of het getto van Warschau. Errera’s beelden golden als niet meer dan zakelijk bewijsmateriaal in plaats van iconisch historisch materiaal.
Het boek De Jodenvervolging in foto’s bevat een belangrijke verzameling tot dusverre onbekende beelden, alsook gedetailleerde informatie over de personen die erop zijn te zien. Volgens Somers is de Jodenvervolging in Europa nergens beter gedocumenteerd dan in Nederland, en in Amsterdam in het bijzonder. Dat heeft volgens hem te maken met het gegeven dat Nederland destijds voorop liep bij de aanschaf van noviteiten als de consumentencamera. Maar er bestond ook zoiets als een historisch besef om deze uitzonderlijke tijden vast te leggen. Ook een oproep van de directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie RIOD (het tegenwoordige NIOD) Loe de Jong om dagboeken, foto’s en andere documenten ter archivering in te leveren bij het instituut, heeft daaraan bijgedragen. Al op 8 mei 1945, drie dagen na de Duitse capitulatie, werd Oorlogsdocumentatie opgericht en is begonnen met het verzamelen. Het belang van foto’s en in bijzonder van amateurfoto’s werd direct onderkend.
Somers: “Ter vergelijking: in België is een soortgelijke instituut pas in 1967 opgericht. In de tussenliggende jaren is natuurlijk onnoemelijk veel materiaal verloren gegaan.”
Maandag opent in het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam de expositie De Jodenvervolging in foto’s. Nederland 1940-1945 (28/1 t/m 6/10), die in het najaar ook te zien zal zijn in het Berlijnse museum Topographie des Terrors.