Het is de plicht van de regering van Israël om haar burgers te beschermen tegen een aangekondigde massamoord. Dat doet zij met gepast en volstrekt proportioneel geweld, zegt Hans Knoop, oud-correspondent in Israël.

Laat ik beginnen te beklemtonen dat ik geen supporter ben van Netanyahu en zijn ultranationalistische regering. Evenmin ben ik van mening dat achter elke kritiek op het beleid van die regering antisemitisme schuil zou gaan. Als dat laatste zo was dan wonen er nergens ter wereld meer antisemieten dan in Israël zelf, waar wekelijks duizenden burgers tegen het beleid van de regering demonstreren.

Maar dat alles neemt niet weg dat er grenzen aan redelijke kritiek zijn.

Evenals tijdens de laatste Gaza-oorlog het geval was, wordt ook thans Israël verweten ‘disproportioneel’ geweld te gebruiken. Binnen het humanitair oorlogsrecht wordt het begrip (dis)proportioneel zeer helder geduid.

Kort samengevat komt het erop neer dat er een redelijke verhouding moet bestaan tussen de militaire middelen en het beoogde militaire doel. Alleen het tellen van slachtoffers over en weer geeft geen antwoord op de vraag of er disproportioneel geweld is gebruikt. Er wordt immers in de beoordeling niet meegewogen welk doel Israël nastreeft en of dat ook op een andere wijze gerealiseerd zou kunnen worden.

Het doel dat Israël nastreeft is kortweg het beschermen van de eigen burgerbevolking tegen een aangekondigde massamoord van Syrische proporties door Hamas, die heeft aangekondigd de ‘zionistische entiteit’ te willen elimineren. Dat is, in gewone mensentaal, het willen plegen van genocide op Joden in Israël. Het is de plicht van de regering van Israël haar burgers te beschermen. Dat doet zij met gepast en volstrekt proportioneel geweld en als er in incidentele gevallen wellicht onterecht met scherp werd of wordt geschoten worden die casussen minutieus onderzocht.

Weging

Op de weegschaal ter beoordeling van Israëls optreden dienen dus niet alleen het aantal slachtoffers aan Palestijnse zijde te worden gewogen, maar evenzeer het duizendvoudige aantal slachtoffers onder de eigen burgers dat Israël moet voorkomen.

Dit alles betekent niet dat men geen oprechte compassie moet hebben met de misère van de Palestijnen in Gaza. Ze zuchten niet alleen onder een onvermijdelijke blokkade door Israël en Egypte, maar evenzeer onder een bruut middeleeuws salafistisch moordregime van Hamas.

Onder het mom van een vermeend recht op terugkeer hitst Hamas thans zelfs kinderen op de bufferzone aan de grens met Israël binnen te dringen. Het is voor Hamas een win-winsituatie. Als Palestijnen kans zien Israël binnen te dringen, is dat winst en als ze als martelaren van het vermeende Israëlische barbarisme kunnen worden neergezet is dat evenzeer winst en levert schokkende televisiebeelden op. Wat Israël voorkomt levert daarentegen geen beelden op. Hamas heeft aangekondigd op 14 mei zo mogelijk met een miljoen vluchtelingen Israël binnen te dringen op basis van een vermeend recht op terugkeer. Op spandoeken die ze meevoeren staan de cijfers 194.

Die slaan op een (niet bindende) resolutie van de VN uit 1948 waarin in zijn algemeenheid over terugkeer van ‘vluchtelingen’ wordt gesproken die in ‘vrede met hun buren kunnen leven’. Maar ook 700.000 Joden werden uit Arabische landen gejaagd en conform dezelfde resolutie zouden ook zij het recht op terugkeer hebben of door hun regeringen voor het verlies aan bezit schadeloos moeten worden gesteld. Niet zonder significantie stemden de Arabische staten dus tegen 194. Ook die staten zijn conform die resolutie geroepen om zowel Palestijnse als Joodse vluchtelingen op te nemen.

Uiteindelijk waren het de buurstaten van het in 1948 opgerichte Israël die door een agressieoorlog het vluchtelingenprobleem van zowel Palestijnen als Joden uit hun eigen landen deed ontstaan.

Hans Knoop is jounalist en oud- correspondent in Israël.