België gaat een Israëlische methodologie om verdacht gedrag te herkennen aanwenden op de luchthaven van Zaventem. Dat zegt minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) in Tel Aviv, waar hij Israëlische veiligheidsexperts ontmoette.
Scanapparatuur. Verdedigingssystemen tegen drones. Virtual reality-simulators. Technologie om grenzen te bewaken. 160 Israëlische bedrijven pakten deze week in Tel Aviv uit met de nieuwste technologische snufjes uit de civiele veiligheidsindustrie.
Vandaag is de laatste dag van de beurs en conferentie Israel Homeland Security and Cyber. De drukbezochte standjes waarschuwen voor permanente dreigingen tegen de westerse samenleving. Israëlische start-ups, topbedrijven en veiligheidsexperts prijzen hun technologie aan voor geïnteresseerden uit alle uithoeken van de wereld: ministers, toplui van politie- en inlichtingendiensten, overheidsinstellingen, banken en bedrijven.
Onder hen ook minister Jan Jambon, die was uitgenodigd om deel te nemen aan een debat over de veiligheid van massa-evenementen, samen met de Israëlische politiechef Zohar Dvir. Jambon en Dvir worden het al snel eens: geen enkel massa-evenement mag worden tegengehouden of geannuleerd omwille van terreurdreiging, anders winnen de terroristen. …
Na het debat sprak Knack in Tel Aviv met Jambon.
Minister Jambon, wat komt u precies in Israël doen?
Jambon: We komen hier om ervaringen uit te wisselen. Ik ben nederig. Israël heeft – spijtig genoeg – tientallen jaren meer ervaring in de strijd tegen terrorisme. Veel technologie die specifiek gericht is op contraterrorisme wordt in Israël ontwikkeld. De middelen die Israël inzet, zijn een voorbeeld waar België van kan leren. Omgekeerd kan Israël ook van ons leren. Het gaat dus om een uitwisseling van ideeën.
Klopt het dat Israël voor 22/3 België had gewaarschuwd dat een aanslag op til was?
Jambon: Neen. Daar was ik niet van op de hoogte. Elke dag lopen bij onze veiligheidsdiensten waarschuwingen binnen -vanuit betrouwbare én onbetrouwbare bronnen. Al die waarschuwingen worden ook nagetrokken. Maar dat er voor de aanslagen van 22/3 specifiek een waarschuwing uit Israël kwam, dat was absoluut niet het geval.
Wie heeft u hier in Tel Aviv ontmoet?
Jambon: Heel wat veiligheidsexperts. We hebben bijvoorbeeld met de interne veiligheidsdienst van Israël gesproken (Shin Beth, nvdr). We hebben het onder meer gehad over de risico’s van cyberaanvallen. Natuurlijk zijn we daar in België ook al een paar jaar mee bezig. Maar hier heb ik nog maar eens beseft dat het vijf voor twaalf is. Ook om ons tegen cyberterrorisme te verdedigen, zijn maatregelen nodig.
Sluit u tijdens dit bezoek contracten af met Israëlische bedrijven?
Jambon: Neen. De aanleiding voor mijn bezoek was een panelgesprek op de conferentie over veiligheid. Contracten of verdragen afsluiten, staat niet op de agenda.
Het Israëlische veiligheidsbeleid wordt soms bekritiseerd omwille van “etnische profiling”. Overweegt België om die weg in te slaan?
Jambon: Wij zijn totaal niet bezig met etnische profiling. Wel integendeel. Er is in België ook geen draagvlak voor onder de bevolking, en dus doen wij dat niet. Wat we in Israël wel geleerd hebben, en ook in Zaventem en andere luchthavens gaan toepassen, is het opvolgen en herkennen van verdacht gedrag. Om zo individuen uit de mensenmassa te pikken en nader onderzoek te doen. Dat gebeurt niét op basis van uiterlijke kenmerken maar op basis van hoe mensen zich gedragen.
Psychologen leren ons dat wanneer mensen onder druk staan en een bepaalde actie voorbereiden, dat hun gedrag dan bepaalde kenmerken vertoont. Als je daar goed op let, kan je hen spotten. Dat heeft niets met etnische profiling te maken.
Op deze veiligheidsbeurs in Tel Aviv wordt technologie verkocht voor civiel gebruik, terwijl die eigenlijk voor militair gebruik is ontwikkeld. Problematisch?
Jambon: Vergeet niet dat ook de eerste computers door militairen werden gebruikt. Of een technologie nu voor militair of civiel gebruik is ontwikkeld, als je ze kan inzetten om je maatschappij te verbeteren, dan moet je dat doen. Ook sommige geneeskundige toepassingen waarmee je duizenden mensenlevens kan redden, zijn langs militaire kant ontwikkeld. Ik zie hier dus geen tegenstelling in.
Sommige activisten in Brussel waarschuwen ervoor dat als je Israëlische technologie importeert die tijdens een bezetting is ontwikkeld, je dan ook een bepaalde “mindset” mee importeert. Akkoord?
Jambon: Ik bekijk dat zo niet, al begrijp ik wel de gevoeligheden op dat vlak. Wat wij importeren is technologie en ervaring, géén politieke ideeën. De Israëlische veiligheidstechnologie heeft zijn nut al bewezen. Die willen we inzetten tegen mensen die onze waarden bedreigen en onze samenleving met geweld onderuit willen halen. Dat staat volledig los van de politieke commotie in het land waar de technologie geproduceerd wordt.
Geraakt in België de balans tussen veiligheid en privacy niet uit balans?
Jambon: Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat sommigen privacy – hoe belangrijk ook – een overmatig gewicht toekennen. Opiniemakers, journalisten, politici van de oppositie. Je zal altijd mensen vinden die op alles kritiek zullen hebben. Maar als je de échte publieke opinie bevraagt, zie je dat zeventig tot tachtig procent de maatregelen steunt die wij in België nemen.
Natuurlijk ben ik er mij van bewust dat je in je veiligheidsbeleid een evenwicht moet nastreven. En ja, je kan daarin over de schreef gaan: privacy kan in het gedrang komen of je kan economische groei afremmen. Dat evenwicht moet je goed monitoren. België heeft dan ook de nodige checks and balances ingebouwd. Denk aan de Privacycommissie of onze staatssecretaris bevoegd voor privacy, die mee aan tafel zit wanneer we beslissingen nemen die raken aan privacy.
(Door Nirit Peled)
Knack – foto: Jan Jambon en zijn team bij een demonstratie op de expositie. [Nirit Peled]