Het FJO heeft op 8 maart 2016, op uitnodiging van de Beleidscel van de Eerste Minister, een vergadering bijgewoond met betrekking tot de wijziging van de wet van 1954 betreffende de herstelpensioenen voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-1945 en hun rechthebbenden.
Het wetsvoorstel werd besproken in aanwezigheid van verschillende vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap en werd op een zeer positieve en open manier gedebatteerd. Het zal eerstdaags ter stemming worden voorgelegd aan het Parlement.
Dit wetsvoorstel, waarvan de opzet is de toekenningscriteria voor het herstelpensioen voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-1945 te versoepelen, is het resultaat van de jarenlange strijd aangevangen door het NCJGBRH, door de HH. Eli Ringer en wijlen David Süsskind, dat de laatste jaren werd voortgezet door ondervoorzitter van het FJO, mevrouw Regina Sluszny-Suchowolski, gewezen voorzitster van Het Ondergedoken Kind.
Ter verduidelijking: Het wetsvoorstel houdt voornamelijk 2 gewijzigde criteria in:
– Bepaalde slachtoffers die vóór het onheil nochtans volledig geïntegreerd waren in de nationale gemeenschap, voldoen niet aan de nationaliteits- en verblijfsvoorwaarden omdat zij pas na 1 januari 1960 de Belgische nationaliteit verkregen hebben, of niet ononderbroken in België waren sinds 1931 of sinds hun geboorte.
– De indieners stellen voor deze personen gelijk te stellen met degenen die de Belgische nationaliteit bezitten op het ogenblik van het schadelijk feit, indien zij de Belgische nationaliteit verkregen vóór 1 januari 2003. Zij vervangen ook de voorwaarde van ononderbroken verblijf op het Belgisch grondgebied door de voorwaarde van gewone verblijfplaats in België.
Voor nadere info:
Mevrouw Regina Sluszny-Suchowolski 0485 757 344
FJO – foto: (illustr.) Kazerne Dossin – zomer 1942 [Wikipedia]