Gisterenavond vond in de Grote Synagoge van Europa te Brussel de herdenking van de aanslag op het Joods Museum plaats. Vorig jaar vielen er vier dodelijke slachtoffers bij de terroraanslag in het museum. Heel wat politieke en religieuze leiders zoals ministers van Buitenlandse Zaken Didier Reynders, die zelf hulpdiensten belde bij de aanslag, en Defensie Steven Vandeput, Brussels minister-president Rudi Vervoort, Joelle Milquet, Elio Di Rupo, Olivier Maingain en Benoit Lutgen woonden de plechtigheid bij. Aartsbisschop Leonard was eveneens aanwezig.
Raphael Werner, voorzitter van het Forum der Joodse Organisaties, sprak deze krachtige woorden uit voor de aanwezigen, tevens ook aan Ayelet en Shira Riva, de dochters van Emmanuel en Myriam Riva, die vorig jaar het leven verloren bij de aanslag. …
“Geachte aanwezigen,
De terroristische aanslag in het Joods Museum te Brussel op 24 mei van vorig jaar heeft de Joodse Gemeenschap tot in haar ziel getroffen.
Persoonlijk was ik zo diep geraakt door de gebeurtenissen dat ik het nodig achtte de slachtoffers te begeleiden op hun laatste reis naar Israël.
Een tragedie die in mijn geheugen gegrift staat.
Als leiders van de Joodse Gemeenschap rust een zware verantwoordelijkheid op onze schouders.
Eén van de geboden die we terugvinden in de Bijbel wijst op de publieke verantwoordelijkheid voor een mensenleven.
De Bijbel zegt:
“Als er ergens een lichaam wordt gevonden van iemand die vermoord is dan moeten de oudsten van de stad, de volgende zin uitspreken:
“Onze handen hebben dit bloed niet vergoten, onze ogen hebben het niet gezien.
Heer houd ons niet verantwoordelijk voor deze moord en reken het ons niet aan dat er een onschuldige is gedood.”
De Babylonische Talmoed stelt de vraag hoe het in onze gedachten opkomt dat de ouderen ‘het bloed zouden vergoten hebben’.
Het antwoord is dat de leiders de verantwoordelijkheid dragen om het leven van elke mens in de gemeenschap te behoeden.
Eén van de geboden die we terugvinden in de Bijbel wijst op de publieke verantwoordelijkheid voor een mensenleven.
Hebben we alles ondernomen om deze gruwelijke gebeurtenis te vermijden?
Onze taak was en blijft, zowel van de politieke verantwoordelijken als van de leiders van de Joodse Gemeenschap, om alles in het werk te stellen om deze drama’s in de toekomst te voorkomen.
Ik kan u verzekeren dat de samenwerking tussen de Joodse organisaties en de federale en lokale overheden optimaal verloopt waarvoor de Joodse Gemeenschap zeer erkentelijk is.
Graag wil ik eindigen met de woorden waarmee de Bijbel dit hoofdstuk afsluit:
“Enkel op deze manier zal de moord ons niet worden aangerekend.”
Lees hierover ook het artikel van Béatrice Delvaux gepubliceerd in Le Soir:
“Le vibrant hommage aux victimes du Musée juif à la synagogue de Bruxelles”
L’hommage rendu aux victimes du Musée juif a veillé à ce que la Belgique entière et l’ensemble des cultes soient mis en valeur.
“Chère Shira, chère Ayelet, quand vous rentrerez en Israël, dites bien que ce ne sont pas uniquement les Juifs de Belgique qui ont partagé votre peine mais bien toutes les composantes de la population du pays, chrétiens, musulmans ou laïques. » La volonté de Philippe Markiewicz, le président du Consistoire était claire ce lundi, lors de la cérémonie d’hommage aux victimes de la tuerie du Musée Juif de Bruxelles : ressembler et non diviser, marquer que « tous ensemble, plus que jamais, nous sommes prêts à lutter contre l’extrémisme aveugle qui nous atteint tous ». http://www.lesoir.be/894843/article/actualite/regions/bruxelles/2015-06-01/vibrant-hommage-aux-victimes-du-musee-juif-synagogue-bruxelles
Lees ook: http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-brussel/joods-museum-herdenkt-slachtoffers-aanslag-a2345172/
Le Soir / FJO – foto: Ayelet en Shira Riva steken de eerste memor kaars aan [Dominique Duchene_LeSoir]