AHAVA Dead Sea ProductsOp 28/02 verscheen in De Standaard een artikel n.a.v. de aangekondigde acties van 11.11.11 dat zij samen met andere organisaties Israelische producten gaan boycotten die zijn geproduceerd op de Westelijke Jordaanoever.

In het artikel wordt uitvoerig de algemeen secretaris van 11.11.11, de heer Bogdan Vanden Berghe, geciteerd doch worden evenzeer door de redactrice van De Standaard beweringen voor eigen rekening genomen.

In enkele gevallen blijkt uit de tekst niet of sommige aantijgingen voor rekening van Vanden Berghe dan wel De Standaard zelf komen. Onze Israel- woordvoerder Hans Knoop stuurde bijgaande reactie voor de opiniepagina naar de krant. Met als argument dat er thans geen ruimte voor beschikbaar is heeft de redactie de bijdrage echter geweigerd te publiceren. Daarom vindt u hem nu op onze eigen site.

Voor wie het nog niets wist (en ik zelf ben daar een van!) de Dode Zee is door Israël bezet gebied en daarom zouden we de huidproducten met mineralen uit die zee (zoals Ahava) moeten boycotten. Lees verder


Dit doet ons in De Standaard van 28 februari j.l. algemeen secretaris van 11.11.11 Bogdan Vanden Berghe en/of de krant zelf geloven. In het fotobijschrift bij de Ahava producten wordt deze feitelijke onjuistheid als keihard feit vermeld. Onduidelijk is of dat een fout van Vanden Berghe of de redactie van De Standaard of beiden is, maar in ieder geval wordt de lezer valselijk geïnformeerd. Zelfs in het verdelingsplan van de VN in 1947 werd al de helft van de Dode Zee aan de Joodse staat toebedeeld en sinds de oprichting van Israël is de helft van deze binnenzee Israëlisch grondgebied en als zodanig door de gehele wereld (met uitzondering van de Arabische) erkend.

Vanden Berghe en zijn 11.11.11 en nog twintig andere organisaties die ’s nachts in hun kussen liggen te bijten als zij die dag Israëlische producten afkomstig uit de nederzettingen hebben aangetroffen vinden dat er een boycot dient te worden afgekondigd.

Volgens de algemeen secretaris veroordelen Europa en België de “illegale bezetting van Palestijnse gebieden” en is dat al voldoende reden voor een boycot. Van b.v. China dat Tibet heeft geannexeerd lijkt 11.11.11 nimmer te hebben vernomen en evenmin lijkt deze club bekend met ernstige mensenrechtenschendingen door de PA in de eigen Palestijnse gebieden.

Ik daag Vanden Berghe uit hard te maken dat de EU en/of België de Israëlische militaire bezetting van de Westelijke Jordaanoever ooit “illegaal” hebben genoemd. Een dergelijk statement bestaat niet en dat niet zonder reden. Er is letterlijk NIETS illegaal aan de Israëlische militaire aanwezigheid in dat gebied. Noch de EU, noch de Veiligheidsraad, noch het Internationaal Hof van Justitie in Den Haag hebben zich ooit in die zin uitgesproken.

Wel zijn er tal van statements en resoluties waarin de vestiging van Israëlische burgers in dat gebied als een schending van de Vierde Geneefse Conventie wordt veroordeeld.

Israël zelf bestrijdt dat er sprake is van “bezet gebied”, doch slechts sprake van “betwist” gebied.

De Westelijke Jordaanoever heeft formeel nooit deel van een andere staat uitgemaakt. Het gebied werd in 1951 geannexeerd door Jordanië en in 1967 tijdens de Zesdaagse Oorlog ingenomen door Israël nadat het door het leger van wijlen koning Hoessein werd aangevallen. De annexatie door Jordanië is slechts door twee staten ter wereld erkend. Toch hebben we nooit oproepen van 11.11.11 voor 1967 gekregen om producten met het stempel Jordanië te boycotten als die afkomstig bleken te zijn uit b.v. Hebron of Ramalla.

Het nederzettingen- beleid kent ook in Israël zelf naast voorstanders vele tegenstanders. Zelfs binnen de huidige regering wordt door ministers van verschillende partijen verschillend over dat beleid geoordeeld en datzelfde geldt voor de Israëlische media.

Maar zelfs de tegenstanders van het beleid zijn van oordeel dat het oproepen tot boycot een averechts effect zal sorteren. Het zal de hardliners nog meer de hakken in het zand doen zetten en de Palestijnse bevolking zelf meer raken dan de Israëlische burgers in dat gebied. Ruim een derde van de Palestijnse arbeiders is immers binnen of voor die vermaledijde nederzettingen werkzaam.

Zelf deel ik de mening van Harvard hoogleraar Alan Dershowitz dat de vestiging van burgers op de Westelijke Jordaanoever weliswaar niet illegaal maar wel onverstandig is omdat dit een territoriale oplossing bemoeilijkt. Israel schiet zich daarbij in de eigen voet ondanks het feit dat het waarschijnlijk ten gronde gelijk  heeft. De kerkhoven liggen vol met mensen die van rechts kwamen en dus gelijk hadden. Zij die volstaan met de nederzettingen- politiek onverstandig te vinden treffen in Israel zelf honderdduizenden gelijkgestemden aan. Datzelfde geldt zeker niet voor een boycot.

Dat Israël door een onjuiste etikettering valselijk producten uit die gebieden op de Europese markt brengt is een beschuldiging die bij nadere bestudering en met meer kennis van zaken geen stand houdt.

De richtlijnen laten toe dat in het gebied of land waar de laatste handeling aan een productieproces wordt verricht dit op het etiket als land van oorsprong mag worden aangeduid. Wijn waarvan de druiven worden geplukt in Marokko maar die wordt gebotteld in Frankrijk mag op de EU- markt als Franse wijn worden aangeboden en valt dus onder de belastingvrijstellingen.

Maar zelfs als dat anders zou zijn is er geen enkele steekhoudende en zeker geen juridische reden om producten uit de Westelijke Jordaanoever te boycotten.

In De Telegraaf van 15 febr j.l. zegt n.a.v. de desinvestering- beslissing van een Nederlands pensioenfonds uit bezet gebied Prof. Mr. Dr. Geert-Jan Knoops van de Universiteit Utrecht hierover:
” Als PGGM stelt dat het volgens internationaal recht verplicht is om met het investeren in Israelische banken te stoppen, berust dat op een verkeerde uitleg. Zo’n dwingende reden bestaat niet. Wel zijn door de VN in 2011 beginselen geformuleerd over sociaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, in verband met bescherming van mensenrechten. Maar die hebben meer de status van “soft law”. Het Internationaal Gerechtshof heeft in 2004 de bouw van de Israëlische muur strijdig met het internationaal recht bevonden. Daarbij werd uitdrukkelijk het recht op zelfverdediging door Israël bevestigd. Dat die muur de veiligheid binnen het land verhoogt, is duidelijk. Het aantal zelfmoorden is drastisch teruggelopen. Dat zeggen zelfs mensenrechtenorganisaties die plaatsing hebben bestreden. Ook dit is een belangrijke nuancering bij het argument van bedrijven om vanwege de uitspraak uit 2004 investeringen uit Israël terug te draaien “.

Ik betwijfel of 11.11.11 zich daadwerkelijk en onbevooroordeeld in de problematiek heeft verdiept. Een organisatie die (zie foto bijschrift) vindt dat de Dode Zee bezet gebied is vindt immers dat geheel Israël bezet gebied is.

Die moeten inderdaad maar geen Israëlische producten aanschaffen. Ook niet die State of the Art Israëlische medicamenten tegen auto-immuun ziekten als MS en Parkinson. Stel je voor dat je er baat bij hebt, dan zou je Israel nog dankbaar moeten zijn. Dat is zo mogelijk nog onverdraaglijker dan welke auto-immuun ziekte ook! En laten ze dan ook maar na hun laatste behandeling tegen psoriasis aan de Dode Zee hun mobieltje in het zoute water gooien, want in dat ding zit met 95% zekerheid een in en door Israël ontwikkelde chip.

En als men dat zonde mocht vinden, verwijder dan in ieder geval de helft van de apps op de smartphone want het risico dat ook die hun oorsprong in Israël vinden lijkt levensgroot.

Wil je absoluut zeker zijn helemaal geen producten uit de Westoever of Israël in huis te hebben dan neem ik aan dat slechts een telefoontje om advies met 11.11.11 zal volstaan. Doe dat uit voorzorg dan in ieder geval niet met een mobieltje, maar neem de vaste lijn!

Hans Knoop is oud- correspondent in Israël voor BRT, AVRO en De Telegraaf en Israël-woordvoerder van het Forum der Joodse Organisaties

De Standaard_Stop handelsrelaties met nederzettingen_ 28/02/2014



Hans Knoop / FJO – Foto: AHAVA Dead Sea Products