Op vraag van het FORUM heeft Claude Marinower, voorzitter van het “Joods museum van Deportatie en Verzet Mechelen” zijn reactie aan Joods Actueel gecommuniceerd.
Wij houden jullie verder op de hoogte van het verdere verloop van het dossier dat besproken zal worden in een vergadering van het FOUM samen met het Centraal Israëlitisch Consistorie van België.
“In het recentste nummer van Joods Actueel werd het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie beschuldigd van Israëlhaat en Jodenhaat. …
Dit op basis van twee bijdragen op Klascement, een databank met educatief materiaal waarmee het BCH samenwerkt. Onterecht werden deze bijdragen toegeschreven aan onze werking. We benadrukken dat we heel erg ontzet zijn door dit artikel, des te meer omdat BCH hierin niet gehoord is voor publicatie.
Lees hier het volledige artikel
Lees hier onze reactie, die tot nader orde nog niet gepubliceerd is op de website van Joods Actueel **
“Met grote ontzetting hebben we uw artikel “Vlaamse herinneringseducatie verworden tot middel om jongeren te besmetten met Israël- en Jodenhaat” gelezen in het septembernummer van Joods Actueel. Als Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie (een overleggroep tussen de Vlaamse pedagogische begeleidingsdiensten, het ministerie en kabinet van Onderwijs en aanbieders van herinneringseducatie) tillen wij bijzonder zwaar aan deze beschuldiging. Wij vragen dan ook dat u deze reactie als recht van antwoord zou opnemen in het komende nummer van Joods Actueel.
Het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie is een projectgroep die rechtstreeks aangesteld is door de Vlaamse Minister van Onderwijs en Vorming en aldus een openbare dienstverlening voor het onderwijs wil garanderen. Het BCH ijvert al jaren voor het bekender maken van herinneringseducatie bij het brede publiek. Daarbij pleiten we voor een kwaliteitsvolle herinneringseducatie, die drie cruciale objectieven nastreeft: (1) kennis en inzicht; (2) empathie en betrokkenheid en (3) reflectie en actie. Om meer mensen te bereiken en ook meer aanbod te kunnen groeperen, is onze databank sedert vorig schooljaar opgenomen als projectsite van Klascement, de grootste onderwijsportaalsite van Vlaanderen.
De databank herinneringseducatie herbergt zo’n 850 items. We willen benadrukken dat de twee casi die door u worden aangehaald als voorbeeld van Israël- en Jodenhaat, niet ontsloten werden of worden door de databank van herinneringseducatie. De twee voorbeelden maken deel uit van de grotere koepelsite Klascement maar werden niet opgenomen in de databank van het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie. Graag benadrukken we hier dat alle items die op de subsite terechtkomen, gemodereerd worden door de medewerker van het BCH volgens kwaliteitscriteria van de Toetssteen Herinneringseducatie. Hierdoor worden bijdragen die getekend zijn door tendentieuze of extreme stellingnames, discriminerend of haatdragend van inhoud zijn, niet opgenomen in de databank.
Tot slot betreuren we het dat deze twee casi door u veralgemeend worden tot een bewuste, gecoördineerde “linkse propagandamachine”. We zijn ervan overtuigd dat deze twee voorbeelden uitzonderingen zijn in het geheel van de databank. Bovendien benadrukt het Bijzonder Comité in haar visietekst (Toetssteen Herinneringseducatie) net het omgekeerde van wat u hier stelt. De toetssteen belicht net het belang van de historische context bij het onderwijzen van historische en actuele conflicten en wijst op het gevaar van vergelijking bij het zoeken naar tijdloze mechanismen en processen.
We hopen met dit recht van antwoord de redactie en de lezers van Joods Actueel te kunnen overtuigen van het belang dat wij toekennen aan herinneringseducatie en dat we vanzelfsprekend op geen enkele manier anti-Israëlische of anti-Joodse lespraktijken beogen. Daarnaast hopen we voor de toekomst ook op een constructievere samenwerking, waarbij we vóór publicatie van beschuldigingen, gehoord kunnen worden. Dit is trouwens conform de deontologische regels van de journalistiek (artikel 20: Wanneer een journalist in zijn berichtgeving zelf ernstige beschuldigingen uit, met name wanneer die de eer en de goede naam betreffen, is het aangewezen dat hij de betrokkene voor de publicatie of de uitzending contacteert en hem loyaal de kans biedt hierop te reageren.)
Het Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie”
Bron: BCH – http://www.herinneringseducatie.be/
** NVDR: ondertussen is deze vandaag reeds verschenen op de website van Joods Actueel.
C. Marinower / BCH – foto: de cartoon verschenen in Herinneringseducatie